Herkomst 

Gerbils zijn er in verschillende soorten en maten, die allen hun eigen eisen hebben met betrekking tot de huisvesting, voeding, voortplanting etc. De bekendste gerbil is de Mongoolse gerbil, door een hoop mensen ook wel woestijnratjes genoemd. Deze soort is in tegenstelling tot de meeste andere soorten in veel verschillende kleuren te verkrijgen. 

Verzorging 

Wanneer gerbils goed verzorgd worden kunnen ze afhankelijk van soort 3 tot 7 jaar oud worden. De Dikstaart gerbil wordt daarbij het oudst en kan 5 tot 7 jaar oud worden. De Mongoolse en Bleke gerbil halen over het algemeen een leeftijd van 3 tot 5 jaar. De verzorging van deze drie soorten blijft beperkt tot het schoonmaken van het verblijf en het verversen van het drinkwater en voer. Dit laatste moet iedere dag gebeuren, het verblijf moet afhankelijk van de grootte en het aantal dieren ongeveer eens in de week schoon gemaakt worden. Gerbils eisen geen verdere lichamelijke verzorging.  burmese gerbil

Huisvesting 

Gerbils zijn over het algemeen sociale dieren waardoor ze het beste in groepen of paren gehouden kunnen worden. Mongoolse en Bleke gerbils kunnen in tweetallen, trio’s en groepen gehouden worden. Een paartje (man en vrouw) zal nooit vechten en gaat altijd goed samen. Een trio (man, 2 vrouwtjes) gaat goed, tot één van de vrouwtjes drachtig wordt. Wanneer dit gebeurd kan er kannibalisme ontstaan, een vrouwtje eet dan soms jongen op. Ook gaan de vrouwtjes onderling vechten voor de rangorde. Wanneer een grote gemengde groep bij elkaar gehouden wordt loopt het uit op vechten. De laatste optie is een grote groep van hetzelfde geslacht. De Dikstaart gerbil kan het beste alleen gehouden worden, hoewel het ook lukt om deze in tweetallen of trio’s te houden. Om één van deze combinaties te huisvesten is een verblijf nodig. Een bak met de minimale afmetingen 60 x 40 x 50 cm is zeer geschikt hiervoor. Er moet voor gezorgd worden dat er een deksel op de bak zit. De Mongoolse gerbil is een uitstekende springer en kan er zonder deksel gemakkelijk vandoor kan gaan. Er moet wel opgelet worden dat de deksel niet kapot te knagen is. Er moet altijd voldoende ventilatie aanwezig zijn, zodat de gerbil frisse lucht krijgt. Tevens mag het verblijf niet in de volle zon staan, dit is slecht voor de gezondheid van de gerbil. Het verblijf moet tochtvrij zijn, als dit niet het geval is dan kan de gerbil ernstige gezondheidsproblemen krijgen. Als een gerbil ziek wordt en in quarantaine geplaatst moet worden, kan dit problemen veroorzaken. Zoals genoemd is een gerbil een sociaal dier. Als een dier uit de groep wordt gehaald en later teruggeplaatst wordt, kan het voorkomen dat de groep dit dier niet meer accepteert. Daarom is het aan te raden een dier alleen bij uiterste noodzaak in quarantaine te plaatsen. 

Voeding 

Een gerbil eet in kleine hoeveelheden en verspreidt dit over de gehele dag. Het verteringsstelsel van de gerbil kan daarom alleen kleine hoeveelheden voedsel aan die veel vezels bevatten. In de winkel kan er speciaal gerbilvoer gekocht worden. Hiervan moet 10 tot 15 gram per dag per dier gegeven worden in een bakje. Het voer bestaat uit zaden, groenvoer en groenten. Zonnepitten en pinda’s mogen niet in het voer zitten, deze zijn namelijk te ongezond doordat ze veel vetten bevatten. Tevens moet er groente en fruit gegeven worden, dit kan los in het verblijf aangeboden worden. Voorbeelden hiervan zijn wortels, appels en sinaasappels. Deze moeten in kleine hoeveelheden gegeven worden bijvoorbeeld ¼ appel voor 4 gerbils. Zoals gezegd heeft de gerbil veel vezels nodig. Hooi moet daarom onbeperkt aanwezig zijn en kan net als de groente en fruit los in het verblijf aangeboden worden. Dit zorgt voor een goede spijsvertering en tevens voor het slijten van de tanden. Net als bij veel andere knaagdieren groeien de tanden onbeperkt door. Het knagen op hooi gaat dit tegen. De gerbil heeft extra dierlijk eiwit nodig. Dit zit in hondenbrokken en meelwormen. Eén maal per week kan dit gegeven worden. De gerbil heeft weinig water nodig omdat hij het binnengekregen water opslaat, zodat hij dit in tijd van schaarste kan gebruiken. Toch moet het dier altijd toegang tot water hebben, veel zal het echter niet verbruikt worden. Het water kan aangeboden worden door middel van een fles. Op deze manier kunnen aanwezige jongen niet verdrinken in de bak met water. Wanneer een Mongoolse gerbil drachtig is moeten er meer dierlijke eiwitten gegeven worden. Voorbeelden hiervan zijn hondenbrokken en meelwormen. Dit zorgt ervoor dat beide goed gezond blijven. 

Voortplanting 

Een gerbil is geslachtsrijp op de leeftijd van 3 tot 5 maanden. Dit stopt bij een leeftijd van anderhalf jaar. Een paring kan eens per 6 dagen geschieden, in de tussenliggende periode staat de vrouwelijke gerbil dit niet toe. De draagtijd van de Mongoolse en Bleke gerbil is rond de 24 dagen, bij een Dikstaart gerbil bedraagt dit 19 dagen. Het nest wordt gemaakt van hooi en papiersnippers op een beschutte plek. Deze materialen moet daarom aanwezig zijn in het verblijf tijdens de dracht. Het drachtige vrouwtje moet in het verblijf gelaten worden samen met het mannetje. Hij helpt namelijk met het grootbrengen van de jongen. Overige groepsleden moeten weggehaald worden. Na 19 tot 24 dagen worden de jongen naakt en blind geboren, gemiddeld zijn dit 4 tot 5 jongen. Als deze een week oud zijn, ontwikkelt de vacht zich. Een week later gaan de ogen open en gaan ze op verkenning. Langzaam verlaten ze dan het nest om de omgeving te bekijken. Met de leeftijd van 3 weken stoppen ze met het drinken bij de moeder. In het wild blijven de jongen tot een half jaar in de groep. Dan worden de mannetjes weggejaagd, de vrouwtjes kunnen blijven. In gevangenschap kunnen ze op een leeftijd van 5 weken al gescheiden worden. Dit geeft geen problemen omdat de jongen dan al zelfstandig genoeg zijn om te overleven. 

Gezondheid 

De gezondheid van een dier is erg belangrijk voor het dier zelf, maar vaak ook voor de verzorger. Het is dan ook aan de verzorger om de gezondheid zoveel mogelijk te waarborgen en ziektes te voorkomen of helpen te genezen. Daarom is het belangrijk voor de verzorger om te weten welke ziektes zijn dier op kan lopen en hoe deze herkend en verholpen kunnen worden. De volgende aandoeningen kunnen bij gerbils voorkomen: 

Aandoeningen aan de luchtwegen 

Gerbils kunnen, maar gebeurd niet vaak, last krijgen van een infectie aan de luchtwegen of longontsteking. Een infectie is te herkennen aan het niezen, uitvloeiing bij de neus, rochelen en korstjes op de neus. De longontsteking kan herkend worden aan een moeilijke ademhaling, een dorre open pels en uitpuilende ogen. Dieren met deze verschijnselen kunnen het beste direct uit de groep verwijderd worden omdat het zeer besmettelijk is. De aandoeningen worden veroorzaakt door verschillende verwekkers waarvan sommige kunnen zorgen voor een chronische vorm van de aandoening. 

Aandoeningen aan het spijsverteringskanaal 

Een ziekte die bij veel kleine knaagdieren voorkomt en bijna altijd besmettelijk is, is darmontsteking of enteritis. Dit kan herkend worden doordat de gerbil aan de diarree raakt. Hiervoor kunnen echter ook allerlei andere redenen de oorzaak zijn. Dus niet iedere gerbil met diarree heeft ook daadwerkelijk enteritis. Het dier kan acuut, maar ook chronisch ziek worden en moet zo snel mogelijk bij de overige dieren verwijderd worden. 

Huidaandoeningen 

Gerbils kunnen last krijgen van verschillende huidaandoeningen. Deze huidaandoeningen kunnen veroorzaakt worden door parasieten, mijten of schimmels. Alleen zwakke dieren krijgen over het algemeen last van parasieten zoals vlooien en luizen. Doordat de dieren gaan krabben van de jeuk ontstaan er vaak kale plekken waaraan herkend kan worden dat de gerbil last heeft van parasieten. Dierenspeciaalzaken hebben hiervoor diverse middeltjes in de schappen staan. 

Middenoor- of hersenliesontsteking 

Wanneer de gerbils hun kop scheef houden of ongecontroleerd ronddraaien kan dit betekenen dat de dieren last hebben van hersenvlies- of middenoorontsteking. Deze aandoeningen is niet besmettelijk maar zonder behandeling van een dierenarts wel dodelijk. 

Dikstaartgerbil 

Herkomst 

De dikstaartgerbil (pachyuromys duprasi) komt oorspronkelijk uit het noordelijk deel van de Sahara in Noord-Afrika. Dit zijn de gebieden, noordwestelijk Egypte, Libië, Tunesië en Algerije. Het gebied bestaat uit beplante zandvlakten of rotsachtige woestijnen. In 1880 werd de dikstaartgerbil door de dhr Fernand Lataste, een Franse zooloog ontdekt. 

Gedrag en omgang 

Dikstaart gerbils zijn minder beweeglijk dan de Bleke en Mongoolse gerbil en slapen bijna de hele dag. Alleen in de nacht gaan deze dieren opzoek naar voedsel. Dikstaart gerbils zijn erg vriendelijke dieren die hun verzorger (bijna) nooit zullen bijten tenzij ze gestoord worden tijdens hun slaap of ze zich bedreigd voelen. Het blijkt dat hoe dikker een gerbil is, hoe sneller hij zich op laat pakken zonder van zich af te bijten. Wanneer een Dikstaart gerbil opgepakt wordt kan dit het beste gedaan worden met een hand in komvorm waarmee het dier uit zijn verblijf getild wordt. De andere hand kan het kommetje afdekken waardoor het dier niet van de hand kan rennen of springen. 

Mongoolse gerbil 

Herkomst 

De (Meriones unguiculatus) Mongoolse gerbil leeft in het wild in de halfwoestijnen van Mongolië en Noord-China. In 1935 heeft dhr Kasuga enkele paartjes gevangen genomen en meegenomen naar Japan. Daar is ermee gefokt en die jongen zijn naar Amerika geëxporteerd. Sinds 1973 is de Mongoolse gerbil in Nederland te zien. In de afgelopen 20 jaar is de Mongoolse gerbil uitgegroeid tot een van de geliefdste knaagdieren. Het dier is nieuwsgierig en bijt zelden, daarom zijn ze gemakkelijk tam te maken. De Mongoolse gerbil is een dagdier en daarom overdag wakker en alert. 

Gedrag en omgang 

Mongoolse gerbils kunnen het beste met soortgenoten gehuisvest worden omdat de dieren daar behoefte aan hebben. Mongoolse gerbils zonder soortgenoten kunnen langzaam wegkwijnen. Er kunnen echter alleen jonge dieren bij elkaar geplaatst worden, oudere dieren vechten tot de dood erop volgt. De Mongoolse gerbil is erg nieuwsgierig van aard waardoor het eenvoudig gelokt kan worden en snel tam te maken is. Hiermee kan het beste op een jonge leeftijd begonnen worden, maar dat is niet noodzakelijk. Wanneer een Mongoolse gerbil opgepakt wordt kan dit het beste bij de staartbasis gebeuren waarbij de andere hand het lichaam ondersteund. Op deze manier kan het dier niet van je hand springen. Het ondersteunen van deze dieren is zeer belangrijk omdat de staart makkelijk los laat en vervolgens niet meer aangroeit. Hiermee kunnen de dieren in het wild één keer ontsnappen aan een roofdier wanneer ze bij de staart gepakt worden.

Rebas Footer